Voor de vorm doe ik altijd wel wat groenten in mijn groentela, maar het dient op de eerste plaats als een rustplaats voor het bier. Die groenten schaf ik doorgaans aan voor een specifiek recept en wat overblijft ligt dan te wachten tot ik ze in beschimmelde staat naar de vuilnisbak kan verplaatsen. In de tussentijd vervullen ze de nobele functie om de groentela haar naam eer aan te laten doen, anders zou je het immers net zo goed een 'bierla' kunnen noemen. Als mensen vragen waar ze het bier kunnen vinden voelt het toch beter om ze te kunnen verwijzen naar de groentela in plaats van de bierla, anders bezorg je ze misschien het gevoel dat ze naar een bekende weg zouden vragen. Wellicht ben ik er op gebrand om mensen dat gevoel niet te bezorgen, omdat ik het zelf als zo vervelend ervaar. Dat je vraagt waar je een handdoek kan pakken en dat dan gezegd wordt dat je bij het handdoekenkastje moet zijn. 'Oh, natuurlijk', zeg ik dan altijd maar. Om vervolgens onopvallend de speurtocht naar dat handdoekenkastje in gang te zetten.
Behalve groenten en bier blijkt er vandaag nog iets anders in mijn groentela te zitten. 'Ja, hij is hier,' roept het meisje met de ravenzwarte haren net niet verrukt. Gehurkt voor de koelkast maakt ze enkele omtrekkende bewegingen met haar telefoon en zegt dan 'Zo, ik heb je.'
Ze legt haar telefoon op het aanrecht en strijkt de plooien van haar jurk recht.
'Een Pikachu, die had ik nog niet', zegt ze. Er klinkt weemoed in haar stem, alsof ze meer verwacht had van dit moment.
'Er woont hier geen Piekapoe', had ik tien minuten geleden door de intercom gezegd. Natuurlijk werd ik niet verstaan.
Terwijl ik naar beneden rende om deze persoon aan de voordeur te woord te kunnen staan, drong tot me door waarvoor ze kwam. Ook bedacht ik weer de afspraak die ik met mezelf gemaakt had toen vorige week voor het eerst zo'n Pokémon-jager bij mij aanbelde.
De olijke jongen had zich voorgesteld als Andries. Mijn huis is niet al te groot, dus de locatie van het wezentje viel al gauw te traceren. Dit exemplaar bevond zich in mijn sokkenmand.
'Dit is hoogst intrigerend', sprak Andries. 'Een Simipour houdt zich toch doorgaans op in de buurt van water. Wat zou hij hier te zoeken hebben?'
Ik opperde dat het zou kunnen komen omdat ik mijn sokken soms opberg wanneer ze nog net niet helemaal opgedroogd zijn, om ruimte aan het wasrek te kunnen maken voor een volgende ronde. Naar mijn inschatting zijn ze dan droog genoeg om niet te gaan schimmelen, maar wellicht hebben ze nog voldoende vochtigheidsgraad om Simipours aan te trekken.
'En jij had echt geen enkel idee dat deze hier zat?' vroeg Andries haast vertederd.
Ik vertelde dat ik dit spel niet speel, al lijken veel mensen dat te veronderstellen wanneer ze mij gekluisterd aan mijn telefoon langs de kant van een weg zien lopen.
'Is er hier eentje?' vragen ze dan hoopvol.
'Nee, ik speel geen Pokémon Go', leg ik steeds weer verontschuldigend uit. 'Alleen Google Maps.'
Andries schaterde het uit, alsof ik een grapje maakte.
Elke keer dat ik sindsdien een bolletje sokken uit het mandje pakte, voelde ik mij een vreemde in mijn eigen huis. Van hoeveel werkelijkheden die zich achter de fysieke oppervlakte bevonden had ik eigenlijk een idee? Bij wijze van compensatie voor deze bevreemding besloot ik voortaan, wanneer er weer bij mij zou worden aangebeld door een Pokémon-jager, toegangsgeld te vragen. Natuurlijk hoefde ik er niet rijk van te worden, het ging om het principe. Vijf euro leek mij een mooie, dan zou ik er ook nog koffie met een kano bij serveren.
'Dan is het nu tijd voor je koffie', zeg ik tegen het meisje dat bij de deur betaald heeft. Ze had zonder verbazing haar portemonnee getrokken. Misschien ben ik niet de enige die in deze tijden besloten heeft entree te heffen.
'Heb je ook iets fris?' vraagt ze.
Nu zie ik pas hoe rood haar hoofd is, hoe erg ze gezweet moet hebben. Het is dan ook een verstikkend hete dag en ze is vast al de hele dag op jacht.
'Je mag anders ook wel even een douche nemen', zeg ik terwijl ik haar een Rivella inschenk.
'Och, dat zou wel ontzettend fijn zijn', zegt ze. Even denk ik dat ze gaat huilen.
'Geen probleem, zit bij de prijs inbegrepen', bedenk ik ter plekke.
'Ik heet trouwens Kasper.'
Ze kijkt wat onwennig naar mijn hand. Wanneer de bedoeling ervan tot haar is doorgedrongen legt ze de hare erin en zegt op een toon alsof ze nooit helemaal aan haar eigen naam heeft kunnen wennen: 'Klaartje'.
Aan het geklater te horen houdt Klaartje wel van een harde straal. Wanneer ik een hap neem van een kano bedenk ik dat ik haar helemaal geen handdoek heb gegeven. Er hangt er wel eentje in de badkamer, maar die heb ik zelf gebruikt. Hopelijk zit er geen remspoor in het zicht.
'Ik zal even een handdoek voor je pakken,' roep ik naar de badkamerdeur.
De schone handdoeken liggen in een lade onder mijn bed. Voor mijzelf zou ik dat best de 'handdoekenla' kunnen noemen, maar toch hou ik het altijd bij 'de lade onder het bed'.
'Ik kijk niet hoor', zeg ik terwijl ik mijn arm met de handdoek door de badkamerdeur steek.
'Maakt niet uit hoor', zegt Klaartje bescheiden.
'Nee, maar ik doe dat echt niet. Zo ben ik niet. Ik ben iemand die mensen een douche gunt zonder bijbedoelingen.'
'Nou, maar je mag best even kijken hoor, je staat daar nu toch.'
Haar stem heeft het timbre van iemand die na tijden van benauwende nervositeit tot haar eigen verwondering aan het ontspannen is.
'Heel eventjes dan', zeg ik, 'zodat ik je de handdoek aan kan rijken zonder dat je onder het water uit hoeft.'
Klaartjes lichaam ziet er anders uit dan ik me had voorgesteld. Waar haar gezicht iets miezerigs en muizergs heeft, daar lijkt de rest van haar vol branie het universum tegemoet te treden. Alsof twee tegengestelde elementen bij elkaar zijn gebracht door een opperwezen in een experimentele bui.
'Sorry', zeg ik als ik me realiseer dat ik langer aan het staren ben dan ik had toegezegd.
'Het maakt niet uit', zegt Klaartje, 'kijk maar zolang als je wilt.'
'Oké', knik ik verlegen.
'Maar mag ik jou dan ook eens bekijken?' vraagt ze. 'Of heb jij dan geen zin in een lekkere douche?'
'Nou,' zeg ik. 'Tja, wel, ach, maar. Oké, maar. Maar, dan geef ik je wel je vijf euro terug. Anders voelt het gewoon niet goed.'
'Maar dat staat toch los hiervan?' zegt Klaartje. 'Ik heb toch alleen betaald om de Pikachu te kunnen vangen en voor de Rivella?'
'Die toegangsprijs is een principedingetje,' leg ik uit terwijl ik mijn broek uittrek. 'Dit is een ander principedingetje. Soms kan het ene principedingetje het andere principedingetje overrulen. En je hebt niet eens je kano opgegeten.'
Wanneer ik naast haar ga staan hoor ik de deurbel gaan. Natuurlijk, zo'n Pikachu is een gewild wezentje. Het zal nog druk gaan worden vandaag.