Vroeger schatte de mensheid mij steevast ouder in dan ik was, maar vandaag werd bij het afrekenen van mijn alcohol voor het eerst naar mijn ID gevraagd. Dat gaat dus de goede kant op.
Het gesprek verliep als volgt:
Kassameisje: 'Heeft u een ID?'
Ik: 'Ik loop over van de ideeën.'
Kassameisje: 'Ik heb er maar eentje nodig.'
Ik: 'Ach, had ik er maar slechts één. Eén echt heel goeie, daar zou ik nou een moord voor doen. De meeste van die ideeën van mij zijn namelijk zo volstrekt onnodig, moet je weten.'
De man achter mij in de rij, op wie in de zwijgzame seconden die volgden het meisje haar wanhopige blik voorzichtig vestigde, legde toen uit wat de bedoeling was. Met een verwarde glimlach trok ik mijn OV-kaart.
Daarop staat dat ik in 1933 geboren ben. Dat is vijftig jaar te vroeg, maar aangezien ik aanvraagformulieren altijd zo snel mogelijk de achter de rug wil hebben had ik blijkbaar abusievelijk een '3' ingetypt waar een '8' had moeten staan.
'Officieel moet ik natuurlijk zeggen dat u nu een nieuwe pas dient aan te vragen,' vertrouwde de vrouw van de klantenservice mij toe toen ik de fout had opgemerkt, 'maar tussen ons gezegd en gezwegen kijkt helemaal nooit iemand naar die datum. Ik zou het dus lekker laten.’
Dingen lekker laten, dat zou ik vaker moeten doen. Zeker op een dag waarop bij nadere inspectie ik er verhoudingsgewijs nóg jonger uitzie dan ik blijkbaar van nature al deed. Dus ook al zit de 'v' nog niet eens in de klok, schenk ik mezelf nu maar vast een advocaatje in.