Ik weet niet of u er al iets van heeft meegekregen, maar er schijnen weer verkiezingen aan te komen. Een aardige gelegenheid om eens terug te blikken op mijn eigen blauwe maandag in de politiek. De gemeentelijke weliswaar, maar toch. Drie jaar geleden was dat alweer:
Buiten regent het pijpenstelen. In het café is het donker en warm. Het ruikt er naar cacao en boenwas.
‘‘Zeg maar wat je wil drinken, jongen. Lekker koud pilsje doen?’’ vraagt Cees.
Hij is wat ronder en grijzer dan ik me had voorgesteld.
‘‘Een cappuccino graag.’’
‘‘O jee, een geheelonthouder. Die willen we niet op de lijst hebben hoor. Ja, we hebben Ibrahim natuurlijk, maar die mag niet van Allah. Wat is jouw excuus?’’
‘‘Wel, dat het elf uur ’s ochtends is?’’
‘‘Ah, de tijd, de tijd. Jij bent toch filosoof? Dan ga je toch niet in zo’n naïef construct als de tijd trappen? Dan weet je toch beter dan dat?’’
‘‘Nou, vooruit, doe maar een biertje dan.’’
‘‘Zo mag ik het graag horen. Frederick, een glas gerstenat voor deze verlichte denker hier en voor mij het bekende recept.’’
De barman, die geduldig naast ons tafeltje heeft staan wachten, knikt. [Lees verder op hard//hoofd]