Op de heetste dag van het jaar besluiten mijn dochter en ik naar de bioscoop te gaan. Ik wil graag naar The BFG, maar die blijkt nog net niet te draaien. Dus wordt het Casper en Emma op Safari, een cinematografisch werkje waarvan het bestaan waarschijnlijk aan mijn leven hier op dit tranendal volledig voorbij zou zijn gegaan als Annika niet 'daar moeten we naartoe' had uitgeroepen toen de trailer op YouTube voorbij kwam. 'Tuurlijk schat', zei ik afwezig vanuit de keuken, al roerend in een pan.
YouTube bepaalt tegenwoordig ons leven. Pas sinds kort heb ik de knop ontdekt waarmee je kan voorkomen dat na een filmpje meteen een volgend filmpje volgt, maar soms is het wel zo prettig die knop even te vergeten, bijvoorbeeld wanneer je rustig in een pan wil roeren. De tijd dat ik nog in de illusie kon verkeren de goede smaak in huis te bepalen ligt alweer zo ver achter me. Heel af en toe mag ik van mijn dochter een filmpje uitkiezen, dat brengt ze dan als iets bijzonder ruimhartigs. 'Kijk, dit vind ik nou leuk', zeg ik met een ronkende reclamestem wanneer we naar Pingu of The Pink Panther kijken. En ik brom ontzet 'och, wat tenenkrommend stom dit!' wanneer ik naar de keuken vlucht omdat Vlaamse kakelstemmen het huis vullen. 'NOOIT K3!' hadden haar moeder en ik nog voor haar geboorte eensgezind bepaald. Maar zoals altijd staan tussen pedagogische droom en daad een hoop praktische bezwaren in de weg, in dit geval de invloed van vriendinnetjes en de eeuwige suggesties van YouTube. Het enige dat mij rest - zo houd ik mezelf voor - is mijn afschuw erover uit te blijven spreken. Niet omdat ik geloof dat het invloed kan hebben, maar om tenminste mijzelf in enige morele zuiverheid te wanen.
Soms zingt Annika K3-liedjes om mij te tergen, daar heeft ze dan de grootste sadistische lol in. Nadat ik met mijn handen voor mijn oren bij haar vandaan ben gerend, wil haar stemming nog wel eens omslaan en wordt ze opeens bezig gehouden door wat er zal gebeuren mochten we het drietal ooit op straat tegenkomen.
'Dan moet je niet zeggen dat je ze stom vindt hoor', zegt ze met een gepijnigde frons, 'ze mogen dat écht niet weten'.
'Ik zal niks laten merken', beloof ik haar.
Mezelf kennende zal ik me dan voordoen als hun grootste bewonderaar, zo'n hypocriete lafbek ben ik wel.
Het is lekker koel in de bioscoopzaal, maar het duurt een eeuwigheid voor de film begint.
'Wist je dat er mieren zijn die je duim af kunnen bijten?' fluistert Annika luidkeels, in haar poging een praatje te maken.
'Nee', zeg ik, 'dat wist ik niet en het is ook niet waar.'
'Welles', zegt Annika, 'Lars heeft het gezegd.'
'Misschien wilde Lars jou wel voor de gek houden.'
'Nee, Lars is altijd héél serieus.'
Ik zie de blik van het jongetje uit haar klas voor me en kan me inderdaad niet anders voorstellen dan dat het leven menens voor hem is, al sluit dat een ruime fantasie nog niet per definitie uit.
'Lars weet alles van dieren,' vervolgt Annika, 'EN hij is heel dapper. Als Lars later groot is wordt hij Freenk Vronk.'
Daarmee lijkt de discussie gesloten.
'Vind je het leuk?' vraagt Annika af en toe tijdens de film, met spanning in haar stem voor mijn antwoord. De schat wil zo graag dat ik het leuk vind, dat ik daar niet alleen zit om haar een plezier te doen. Omdat ik voor haar het uitje zo geslaagd mogelijk wil laten zijn lieg ik plichtsgetrouw. En het moet gezegd worden, zo tenenkrommend als K3 is het zeker niet. Het is mierzoet en kinderachtig maar zonder hysterisch effectbejag. En er zit zelfs een bescheiden spanningsboog in, waardoor ik toch nog een reden zie een oog open te houden. Alhoewel Annika al verraden had dat Emma's opa - zo had zij in de trailer gezien - gevangen genomen zou worden. 'Geen spoilers schat', riep ik getergd uit. Toch blijft voor mij nog wat nieuwsgierigheid over of die opa in een kookpot zal belanden. We bevinden ons immers in 'Afrika'.
Blijkbaar is het nog steeds een eeuwige wet dat in kinderverhalen Afrika voorgesteld wordt als een op zichzelf staand vredig groen land in plaats van een toch redelijk gevarieerd continent met een zekere verdeeldheid. Opa blijkt in een stropersnet te struikelen en de boodschap van deze film, iets met het redden van zieke dieren, is uiterst verantwoord. Op een andere vader met dochter na is de bioscoopzaal verlaten.
'Afrika in niet een land', fluister ik op zeker moment in mijn dochters oor. Ik fluister het expres iets te hard, in de hoop dat de andere vader het mee zal krijgen. Wij zijn immers lotgenoten, delen de schuld er uit gemakzucht voor te kiezen een deel van ons programma op deze tropische dag - in plaats van bijvoorbeeld naar het strand te gaan - uit handen te geven aan de makers van een knullig verhaaltje. Nu is mijn kans om de indruk te wekken niet achterover te leunen bij deze semi-onschuldige hersenspoeling, maar er nog iets van te willen maken en dus beter te zijn dan mijn collega-vader. Annika negeert me, ik kuch en zeg het nog iets harder. 'AFRIKA IS NIET EEN LAND!' Mijn woorden echoën door de zaal heen. Het klinkt alsof ik vooral mezelf wil overtuigen. Want hoe vaak je de krant ook openslaat, van dat kinderbeeld kom je toch nooit helemaal af.
Het is nog best lastig een genuanceerd beeld van de werkelijkheid te geven zonder haar meteen te willen onttoveren. Kinderen lijken uit zichzelf niet bepaald mee te bewegen met ons verschuivend wereldbeeld, tonen zich volstrekt gevoelloos ten opzichte van alle gevoeligheden die de postkoloniale pluriformiteit van emanciperende globalisering met zich meebrengt. Ze spelen verdomme nog spelletjes alsof we minstens een halve eeuw terug in de tijd leven! Goed, in Afrika belanden opa's blijkbaar niet meer per definitie in kookpotten, maar er wordt nog volop Indiaantje gespeeld met het bewegen van de hand op de mond, hoe zeer ik ook uitleg dat - na hun Genocide door ons Westerlingen - het reduceren van deze immens gevarieerde veelheid aan culturen tot dit 'ge-oe-oe-oe' van bijzonder weinig respect getuigt, in zekere zin gewoon een trap na is. En hoe vaak ik ook vertel dat 'eskimo' een scheldwoord is blijft ze de Inuit met hun culinaire gewoontes bespotten. Naar mijn verhandelingen over de misogynie die achter de heksenverbrandingen school wordt niet geluisterd wanneer Hans & Grietje worden nagespeeld en mijn oproep voor begrip voor 'verticaal uitgedaagden' wanneer het op reuzen en dwergen aankomt wordt eveneens doodleuk genegeerd. Het probleem is dat ik geen andere sprookjes er in de plaats voor kan weten te stellen, alle denkbare onfeitelijkheden lijken immers met onze feiten de spot te drijven. Mijn plichtsgevoel tot verantwoord eenentwintigste-eeuws vaderschap en het angstbeeld van een volslagen desolate sprookjesbiotoop slingeren m'n gemoedsrust constant heen en weer. Om misselijk van te worden.
'Ja, wat mag ik dán nog spelen?' vraagt mijn dochter op zeker moment hopeloos.
'Ga maar lekker K3 kijken,' zeg ik dan maar.
Bij een film kan je tenminste achterover leunen, maar zoals met de meeste simpele dingen des levens is een bioscoopbezoek voor mij toch ook altijd weer een bijzonder ingewikkelde opgave. Een half uur voor aanvang moet ik toch zeker wel ter plekke zijn, vanwege de immer gekmakende vraag: 'zoet of zout'. Toen een ongeduldige popcornverkoper mijn getwijfel niet meer aan kon zien stelde hij voor dat-ie ook beide soorten in de bak kon doen.
'Hè, kan dat ook?' vroeg ik vol ongeloof.
'Tuurlijk', zei de man, op een toon alsof het een geheime dienst betrof waar iedereen toch stiekem van op de hoogte was.
Als ik ooit eerder op deze mogelijkheid was gewezen, wat had me dat toch een hoop tijd en hoofdpijn gescheeld.
'Maar is dan de zoute of de zoete beter bovenop,' verviel ik terug in mijn getob, 'aan de ene kant is zoet na zout natuurlijk de meest geijkte volgorde, maar...'
'Laat mij je maar verrassen,' knipoogde de man en hij begon haastig mijn bak te vullen.
Toen was het leven tenminste nog betrekkelijk overzichtelijk. Tegenwoordig heb je bij popcorn ook de keuze uit smaken als 'gezouten karamel', 'butterscotch', 'blauwe kaas', 'pindakaas', 'kip-ananas', 'asperge-beenham', 'ansjovis met tuinkruiden' en 'shoarma-sushi'. Beter zou ik helemaal de deur niet meer uit gaan. Maar ja, ik heb een kind, ik heb verantwoordelijkheden.
Er zijn echter ook bioscopen die het leven voor de verandering eenvoudiger proberen te maken. Alvorens onze Safari aan zou vangen gingen we popcorn halen, zo hadden we al uren daarvoor bedacht.
'Hebben we niet', zei de verkoopster, haar verontschuldigende blik gericht op de verveeld hangende kleuter aan mijn arm. Alsof het allemaal om haar draaide.
'Iets anders te knabbelen misschien?' vroeg ik hoopvol.
'Nou,' bloosde de vrouw, 'enkel slavenvrije chocolade'.